Interview Kennis van Nu: Klonen van Jazz verdienen een eigen naam

Het zijn geen monsters uit het lab, maar prachtige dieren.

Ellen ter Gast is medisch bioloog en filosoof. Samen met Andre Kuipers bezocht zij stal Broere om de enige klonen van Nederland te zien. De Kennis van Nu stelde haar na afloop een aantal vragen.

Wat vond je van de paardenklonen?

De gekloonde hengsten zijn prachtige dieren. Het zijn de eerste en vooralsnog enige gekloonde paarden in Nederland. Het levend resultaat van dieren die zijn gemaakt met behulp van de aller-modernste embryotechnieken. Dit zijn geen monsters uit het lab. Dit zijn toppaarden!

Bij stal Broere zien ze de klonen vooralsnog primair als kloon en niet als individu, lijkt het. Dat de tweejarige Jazz-klonen (nog) geen eigen naam hebben zegt iets over de verwarring die klonen oproepen. Wat zijn dit voor dieren? Zijn ze een en het zelfde dier of zijn het vier unieke paarden? Mij lijkt dat het laatste het geval is. Hoezeer ze ook op elkaar lijken, de drie klonen zijn unieke dieren. En het verschil zit niet alleen in de witte sokken. Ze hebben echt een eigen karakter. Ik vind het als bioloog reuze interessant om te zien hoe de klonen van Jazz zich zullen ontwikkelen. Zijn ze echt kerngezonde paarden die het net zo goed gaan doen in de sport als hun DNAdonor? Of zullen ze misschien zelfs wel beter zijn? Hoe gaan ze straks verschillen van Jazz? Het gaat niet alleen om nature maar ook om nurture. De klonen laten ons zien dat een paard meer is dan zijn genen. De klonen van Jazz verdienen om die reden een eigen naam.

Hoe moeilijk is het om een paard te klonen?

Het klonen van paarden is een relatief nieuw fenomeen. Het eerste gekloonde paard, Prometea, werd in 2003 in Italië geboren. Maar wie nu een paard wil laten klonen moet het paard laten maken in de Verenigde Staten. Dat kan via de bemiddeling van het franse bedrijf Cryozootech. Zij zorgen er voor dat het DNA van het te klonen paard in de VS terecht komt. Daar wordt de kloon geboren.

Een gekloond paard is een in het laboratorium gemaakte kopie van een ander paard. Een gekloond paard heeft dus geen ouders maar een DNAdonor. Het DNA van het te klonen paard is afkomstig uit een huid- of bloedcel. Dit DNA wordt geplaatst in de een eicel waar de celkern met het DNA uit is verwijderd. De met donorDNA ‘bevruchte’ eicel wordt vervolgens geplaatst in een draagmoeder. Deze wordt gewoon drachtig en bevalt 11 maanden later van een veulen.

Zijn de klonen exacte kopieën van het originele dier?

Het resultaat van klonen is vergelijkbaar met een eeneiige tweelingbroer of zus. Het gekloonde paard en zijn of haar kloon zijn genetisch nagenoeg identiek. De kleine genetische verschillen hebben te maken met de eiceldonor. De eicellen die worden gebruikt voor het klonen komen van slachtafval. Anonieme merries uit het abattoir. Maar de kwaliteit van de eicellen spelen wel een rol bij het eindresultaat. Het cytoplasma en de organellen in die eicellen moeten er voor zorgen dat het DNA goed ontwikkeld. Vooral de mitochondriën, die ook DNA bevatten (altijd van de moeder), spelen vermoedelijk een belangrijke rol. Dat zou een genetisch verschil van 1 a 2 % kunnen verklaren. Ook de gezondheid van de draagmoeder heeft een invloed op de ontwikkeling van het veulen. Er is maar een manier om precies te achterhalen hoe groot de invloed is van het mitochondriaal DNA en de draagmoeder. Veel paarden klonen en goed monitoren hoe de dieren zich ontwikkelen.

Hoeveel lijken de klonen van Jazz op elkaar?

Jazz kloon 1 en Jazz kloon 2 zijn twee bijna identieke paarden. Bijna, want als je goed kijkt zie je dat de een vier witte sokken heeft en de ander twee. Het origineel, de Nederlandse topdressuurhengst Jazz, heeft drie witte sokken. Jazz kloon 1 en Jazz kloon 2 zijn prachtige jonge paarden, die zo als het er nu uitziet, net zo veelbelovend zijn voor de dressuursport als hun DNA-donor. Maar dat is niet de reden dat ze zijn gemaakt. Deze hengsten, die genetisch identiek zijn aan het origineel, zijn bedoeld voor de fok. Hun sperma is identiek aan dat van Jazz. Jazz is al aardig op leeftijd en dat betekent dat op termijn alleen nog maar sperma van hem uit de vriezer te halen valt. En dat willen klanten niet, want “vers sperma is beter” wordt onterecht gedacht.

Waarom worden paarden gekloond?

Er zijn verschillende redenen om een paard te klonen. Met een gecastreerde hengst, een ruin, kun je niet fokken. Met een ongecastreerde kloon wel. Door klonen kunnen de unieke genen van een gecastreerd topsportpaard toch worden doorgegeven. Het klonen van een merrie is ook interessant. Een merrie kan maar een beperkt aantal veulens krijgen. Zeker als ze in de sport wordt gebruikt. Het gebruik van draagmoeders biedt een oplossing, klonen een tweede. En in sommige takken van sport, zoals polo, is er schaarste aan goede paarden een reden om te klonen. De Argentijnse polospeler en miljonair Aldolfo Cambioso droomt er van om met een heel team van klonen uit te komen. Hij heeft er het geld voor, dus waarom niet? Hij heeft al meer dan vijftig paarden laten klonen. In november 2013 verscheen Cambioso voor het eerst met een kloon op het poloveld.

Zou jij jouw huisdier laten klonen?

Er zijn mensen die geloven dat een kloon hetzelfde dier is als het origineel. Zij hopen op die manier hun geliefde huisdier weer terug te krijgen. Ze zullen altijd bedrogen uitkomen. Klonen is geen technologie waarmee je overleden dieren (of mensen) weer tot leven kan wekken. Iedere kloon is een uniek. Net zo als een eeneiige tweeling bestaat uit twee unieke individuen. Maar waar een vraag is, ontstaat vanzelf aanbod. In de VS zijn er al dolgelukkige hondeneigenaren die hun geliefde overleden hond weer denken terug te hebben.

Mag er in Nederland gekloond worden?

In Nederland denkt men anders over klonen dan in de Verenigde Staten of Argentinië. Het verrichtten van biotechnologische handelingen met betrekking tot dieren of dierlijke embryo’s is in Nederland alleen toegestaan als die handelingen of toepassingen zijn gericht op doeleinden van ‘algemeen maatschappelijk belang’. Het klonen van sportpaarden dient geen algemeen maatschappelijk belang en is dus verboden. Voor het importeren van gekloonde dieren zijn geen heldere richtlijnen. Je kunt ze dus wel in het buitenland laten ‘maken’ en vervolgens naar Nederland halen, als je ze maar niet opeet. Want consumptie van gekloonde dieren is verboden, onafhankelijk van herkomst.

Waarom mag je in Nederland niet klonen?

Het Nederlandse verbod op klonen heeft te maken met het ontbreken van een maatschappelijk draagvlak. Volgens het rapport Consumentenplatform ‘Klonen van dieren’ Wat wil Nederland? uit 2011, te vinden op de site van de Rijksoverheid (PDF), is een meerderheid van het Nederlandse publiek tegen het klonen van dieren. Dat heeft onder andere te maken met gebrek aan kennis. De meeste mensen hebben namelijk geen idee wat klonen inhoudt. Ze kunnen er daarom geen rationele afwegingen over maken.

Als belangrijkste argumenten tegen klonen van dieren worden genoemd dat het tegennatuurlijk is, dat het in strijd is met de eigenwaarde van het dier en dat we niet ‘voor God mogen spelen’. Ook het ‘slippery-slope’ argument speelt een rol bij de terughoudendheid. De angst dat het nu toestaan van klonen bij dieren onherroepelijk zal leiden tot het klonen van mensen. Voor wetenschappelijk doeleinden vinden sommigen het wel geoorloofd, maar een meerderheid van 90% vindt klonen onaanvaardbaar als het gebeurt voor sport en spel.

Terecht?

Al deze argumenten schaar ik voor het gemak onder de categorie ‘het voelt gewoon niet goed’ argumenten. In de ethiek spreken we ook wel over de YUK-factor. Dat het niet echt om diepdoordachte principiële argumenten gaat blijkt wel uit het feit dat als klonen een wetenschappelijk of medisch doel dient het een stuk minder weerstand oproept dan als het gaat om luxe doeleinden zoals het klonen van dure sportpaarden.

Als het gaat om biotechnologie toegepast op dieren is er iets wonderlijks aan de hand. Na de eerste berichten in de media zijn burgers ‘bezorgd’ en vrezen voor ‘monsters uit het lab’. ‘Ergens moeten we een grens trekken’ reageren politici. De bio-ethici zeggen iets over ‘dierlijke integriteit’ en ‘intrinsieke waarde’ van dieren en de overheid stelt zich ‘terughoudend’ op. Dat klinkt allemaal heel ‘ethisch’, maar het is nietszeggend. Met ethiek heeft het niet zo veel te maken. Er is namelijk een groot verschil tussen een goed onderbouwde mening en een vaag buikgevoel.

Zal die weerstand tegen klonen altijd blijven?

Het is een kwestie van wennen. Die 90 % van de Nederlandse burgers die tegen het klonen van paarden zou zijn moeten we, als het er op aan komt, met een grote korrel zout nemen. De meeste mensen, of in ieder geval paardenliefhebbers, kijken waarschijnlijk vooral pragmatisch naar die dieren. Ze associëren de gekloonde paarden als ze die in het echt zien, niet met ‘voor God spelen’. Ze zien gewoon een stel gezonde veulens. Daar gaat het om, dat die dieren er goed uit zien en dat ze het goed doen in de sport.

Mogen gekloonde paarden deelnemen aan wedstrijden?

In de zomer van 2012 besloot de FEI, the Fédération Equestre Internationale, een paar weken na het nieuws van de geboorte van de Jazz klonen, dat gekloonde paarden mee mogen doen aan de internationale competitie. In 2007 was de FEI nog van mening dat gekloonde paarden in strijd waren met de doelen van de FEI, te weten: atleten de mogelijkheid geven om op internationale sportevenementen onder eerlijke en gelijke condities de strijd aan te gaan. Wat is er in die vijf jaar, behalve de geboorte van een aantal klonen, veranderd?

Zie ook: Gekloonde paarden in Nederland // Bron: De Kennis van Nu