Essay Ja Natuurlijk: De natuur voorbij

To the degree that natural means anything, it means very little ethically. Conversely, to the degree that it is understood as a normative concept, it has little to do with biology.

 Elliot Sober[1]

 

We denken graag in tegenstellingen. Dichotomieën bieden structuur aan de wijze waarop we onszelf en onze positie op de aarde begrijpen. De wereld is schijnbaar in te delen in twee gescheiden categorieën: natuur en cultuur. De stilzwijgende aanname is dat natuur inherent goed (maar weerloos) is en dat cultuur – dat wat de moderne mens met zijn wetenschappelijke, technisch-objectievedenkwijze creëert – een bedreiging vormt voor deze natuur. Onderscheid maken tussen mens en natuur is binnen het Westerse denkmodel heel gewoon. Ook zij die pleiten voor een meer harmonische omgang met de aarde, vertrekken vanuit de gedachte dat cultuur en natuur twee gescheiden werelden zijn.

Het onderscheid mens en natuur is vooral relevant omdat het ons de mogelijkheid verschaft afstand te nemen en de ethische implicaties van ons handelen te overzien. Zeker nu de aarde, door toedoen van de mens, in een ecologische crisis verkeert. We moeten onze rommel opruimen. Als de temperatuur op aarde door toedoen van de mens stijgt moeten we daar wat tegen doen. Als het aantal soorten, de biodiversiteit, door onze dominante aanwezigheid daalt, moeten we iets ondernemen. We hebben het recht niet om de natuur naar onze hand te zetten.We behoren de natuur, die als een soort alom tegenwoordige Ander tegen over ons staat, te respecteren.

Maar wat is precies die natuur waar de mens buiten of tegenoverstaat? EcosoofTimothy Morton, lid van de object-georiënteerde-filosofie beweging en een van de inspiratiebronnen voor Ja Natuurlijk, is er duidelijk over. Je kunt de mens en zijn artefacten niet scheiden van de natuur. Alles is met elkaar verbonden. Het concept van ‘natuur’ als iets out there is volgens hem gebaseerd op een denkfout en bestaat als zodanig niet.[2]

De filosoof Slavoj Zizek zegt iets vergelijkbaars als hij stelt dat dé ‘Natuur’ niet bestaat, behalve dan in de fantasie van mensen.[3] Natuur is geen objectief meetbaar gegeven. Natuur kan nooit losgezien worden van de mens. Maar als we het onderscheid tussen mens en natuur opheffen, hoe kunnen we dan de ‘objectiviteit’ garanderen die nodig is om normatieve uitspraken te doen over het belang van natuur? Hoe bepalen we wat juist is om te doen in de huidige milieucrisis? Het antwoord op deze vraag luidt: door onze toevlucht te nemen tot esthetische waarden. Want zelfs in onze morele oordeelsvorming over natuur wegen esthetische argumenten zwaar, zo niet zwaarder dan wetenschappelijke. Ons natuurbeeld is immers een ideaal beeld. Een soort romantisch verlangen naar een oernatuur die nooit heeft bestaan, maar waar we wel een heel sterk gevoel bij hebben.

Hoe allerlei romantische, in ethische zin problematische opvattingen, ons idee van de natuur bepalen laat zich illustreren door Island forWeeds (Prototype), een werk van de Britse kunstenaar Simon Starling. Starling wilde de rododendron, niet weg te denken uit het Schotse cultuurlandschap maar in feite een ‘allochtone’ soort, op symbolische wijze weer terugbrengen naar haar oorspronkelijk leefgebied Spanje. Deze plant,ooit door mensen in de Schotse natuur geïntroduceerd, vormt inmiddels een ware plaag. Met zijn remigratieproject van de rododendron roept Starling vragen op. Wat maakt een soort tot onkruid? Hoe (on)natuurlijk is het dat die rododendron zich zo thuis voelt in Schotland? Waarom hoort die plant wel thuis in Spanje en wordt hij in Schotland gezien als een vreemdeling, een immigrant? Na hoeveel generaties mag je een soort een inheemse soort noemen? Starling zelf zag zijn project net als de rododendrons oncontroleerbaar groeien. Het werd steeds politieker. Hij wilde de rododendrons uiteindelijk in Loch Lomond laten groeien als een eiland van onkruid, maar heeft het gelaten bij het prototype – het huidige kunstwerk – toen een van zijn sponsoren Scottish National Heritage zich realiseerde dat ze net £5 miljoen hadden uitgegeven aan het uitroeien van de rododendron[4].

Niet alleen rododendrons woekeren als onkruid. Kijk naar de foto’s uit de serie Urban Future van Hans Scholten. Er komen weinig mensen voor op zijn foto’s, maar alles wat we zien is door mensen gemaakt en de druk die hun grote aantallen op de steden leggen, is intens voelbaar. Opmerkelijk is de officiële tekst bij deze foto’s naar aanleiding van de tentoonstelling in het fotografiemuseum Huis Marseille: “Vooral op zijn foto’s van Sjanghai en Beijing, waar het stadsbestuur en projectontwikkelaars hebben geprobeerd nog enige bouwkundige visies te ontplooien, is de overeenkomst tussen de natuur en mens zichtbaar. Als een onkruid overwoekeren de miljoenen nieuwe bewoners de pas gebouwde huizen en appartementen. Goedkoop en snel gebouwd bezwijken die langzaam onder het gewicht.”[5] De verwarring in dit persbericht is voelbaar. Het lijkt wel of de mens zich natuurlijk gedraagt! Mensen en hun artefacten groeien organisch tot grote complexe systemen die worden gekenmerkt door cycli van groeien, bloeien en afsterven. Overal op aarde groeien steden uit tot grote megapolen. Er zit geen plan achter. Het zijn ‘natuurlijke’ processen.

‘Onnatuurlijk’ voelt het eigenlijk vooral als de mens is vertrokken uit een gebied. Dat is te zien op de foto’s Atomgrad (Nature Abhors a Vacuum) van Jane & Louise Wilson. Het groeit en bloeit daar tussen de achtergelaten bouwwerken in Chernobyl. Maar het klopt niet. Het is unheimisch. Je voelt als je naar die foto’s kijkt dat daar iets ernstigs mis is. De mens is daar niet zo lang geleden ‘uitgestorven’. Dit zijn ruïnes van recente aard. Maar waaom? Je ziet het niet. Radioactiviteit is niet zichtbaar. Hetzelfde geldt voor de foto’s van Allan Sekulauit de serie Polonia and Other Fables. De foto’s roepen een gevoel van onbehagen op. Maar waarom?Deze foto’s gaan over de culturele betekenis van landschappen. Afhankelijk van gebruik in de loop der jaren is de identiteit van dit Poolse landschap radicaal verandert. Wat vroeger onontgonnen bos was is nu een militair terrein. We zien hoe een no go zone voor mensen wordt aangekondigd tegen een decor van woest groen landschap. Het donkere woud herbergt een geheim. De ondoordringbare natuur dient hier als afweermechanisme.

Naast het romantische oerbeeld van de natuur waarnaar we ‘terugverlangen’ bestaat er ook nog een ‘natuur’ als object van de wetenschap. Door wetenschappelijk naar de natuur te kijken, haar te onderwerpen aan onderzoek, haar te ontleden, kunnen we haar beter begrijpen. Wetenschap vertelt ons de waarheid over natuur. Dat dit op zijn minst een problematisch aanname is laat bijvoorbeeld het werk With You van Damien Hirst zien. Een ander werk uit 1991 dat hier erg op lijkt (noem het gerust een reproductie) heet Isolated Elements Swimming in the Same Direction for the Purpose of Understanding. Het beeld en de titel zeggen genoeg. De wetenschappelijk blik is beperkt en rukt de natuurlijke elementen uit haar verband. Een natuurwetenschapper kijkt namelijk nooit naar de natuur als betekenisvol geheel. Z/Hij isoleert elementen en rangschikt deze ten einde zijn eigen hypothese te toetsen. De ‘natuur’ die je overhoudt als gevolg van deze dissectie is per definitie onvolledig. Voor Hirst een van de vele voorbeelden van de dodelijke, want beperkende, esthetische blik die onze huidige tijd kenmerkt.

De controlerende blik van de wetenschap en de rol die technologie daarin speelt kan natuur zelfs overbodig maken. Wedijver met de natuur is slechts een enkele stap verwijderd van vervanging, Sandbox van kunstenaarsduo Driessens en Verstappen bootst natuur niet alleen na, zij verbetert haar. De kijkdoos waarin wind en zand symbiotische een relatie aangaan brengt het de samenwerken van natuurkrachten beter voor het voetlicht dan de woestijn zelf.

Hilarius Hofstedes Cherchez la Truffe/Into the Wild brengt romantische natuuridealen samen in een krachtig anti-esthetisch visueel statement. De sculptuur is baldadig en ironiseert lang gekoesterde jongensdromen over op de motor de vrijheid tegemoet rijden. Een onmogelijke zoektocht naar wat tegenwoordig wel het nieuwe goud lijkt: puur natuur. De sculptuur belichaamt de paradoxale relatie tussen mens en natuur die onze maatschappij kenmerkt: een hang naar pure, authentieke ervaringen, maar dan wel gepresenteerd als exclusieve handelswaar.

Deze beelden zijn een argument om een pleidooi te voeren voor de erkenning van kunst en esthetica als legitieme onderdelen van een zinvol debat over onze natuur. Immers, esthetische waardering zegt hoe we ons verhouden tot natuur. En met creativiteit kunnen we oplossingen vinden voor de uitdagingen waar we nu voor staan. Natuur verheerlijken waarin de mens geen plaats heeft is een weinig zinvolle strategie. Ook de verwachting dat alles goed komt als de mens ‘terugkeert’ naar de natuur is geen optie. De mens is niet uit de natuur weg te denken en een onnatuurlijke mens bestaat niet, hoeveel artefacten deze ook bedenkt en creëert. Total Faecal Solution, The Technocrat van Atelier Van Lieshout laat dit als geen ander kunstwerk zien. Hoeveel wetenschap en techniek we er ook op loslaten om zo efficiënt mogelijk te produceren, de hightech efficiëntie van menselijke mest valt maar moeilijk te overtreffen. Een observatie die ook centraal staat in de middeleeuwse boerderij die Atelier van Lieshout in opdracht van Ja Natuurlijk vervaardigt.

De mens is een wezen dat eet, drinkt en poept.

Laten we afsluiten met het antwoord van Damien Hirst op de vraag ‘how do you feel aboutnature?’ Lachend: “I’ve seen better. There isn’t anything else.”[6]

[1]Elliot Sober, Philosophical problems for environmentalism, in The preservation of species, the value of biological diversity: Bryan G. Norton (Editor). Princeton University Press, Princeton, NJ, 1986

[2]Timothy Morton, Ecology without Nature, http://ecologywithoutnature.blogspot.nl/p/about.html.

[3]SlavojZizekCensorship Today: Violence, or Ecology as a New Opium for the Masses.Jack Tilton Gallery
lecture November 26, 2007

[4]But the idea, like the rhododendrons, grew uncontrollably. “I decided I wanted to grow them in Loch Lomond in a thing called Island of Weeds. One of the funders was going to be Scottish National Heritage. Then someone realised that had spent trying to eradicate the rhododendrons, so it seemed to be a bad idea for them to fund a project that involved growing more. It became this whole political thing and it didn’t happen.”Stuart Jeffries ‘I got a lovely poem from a lady in St Albans about sheds’Simon Starling, who won the Turner prize on Monday, tells Stuart Jeffries why the press have difficulty responding to his work The Guardian, Wednesday 7 December 2005

[5]Zie het persbericht van Huis Marseille Hans Scholten: Urban Future #2, De collectiebeesten en andere thema’s met foto’s van Charlotte Dumas, Esko Männikkö, Rinko Kawauchi, Roos Theuws e.a.

[6]Stuart Morgan ‘An Interview with Damien Hirst’ originally published in Damien Hirst, ‘No Sense of Absolute Corruption’ (Gagosian Gallery, 1996). Copyright © Damien Hirst/Estate of Stuart Morgan, 1996.

Gepubliceerd in JaNatuurlijk Ine Gevers et al. Stichting Niet Normaal.