Als ethicus wordt mij vaak gevraagd van welke boeken en theorieën ik gebruik maak in mijn werk. Mijn antwoord is kort en simpel: geen. Maar misschien kan ik beter zeggen: alles wat filosofen, schrijvers, psychologen en andere wijze mensen daarover hebben geschreven. Ik doe vooral een appèl op het gezonde verstand. Ik stel veel vragen en luister naar de verhalen die mensen me vertellen. Welke waarden vinden ze belangrijk? Welk mensbeeld ligt ten grondslag aan hun overtuigingen. Hoe zien ze de wereld? Waar komen die overtuigingen vandaan?
Want het boek met het antwoord op alle ethische vragen bestaat niet en zal ook nooit worden geschreven. Ideeën die we hebben over wat ‘goed’ en ‘slecht’ handelen is, zijn afhankelijk van onze opvoeding en wat we hebben meegemaakt in ons leven. Die ideeën zijn misschien hardnekkig, ze zijn niet statisch. Inzichten over wat goed en kwaad is, veranderen voortdurend. Dat is logisch, want de wereld verandert ook voortdurend. We ontdekken steeds nieuwe dingen over de wereld, over onszelf en de anderen met wie we de wereld delen.
Ethiek is denkwerk, een voortdurend onderzoek naar de vraag wat goed handelen is. Ethische besluiten kun je niet uitbesteden aan een ander, ook niet aan een theorie of een boek.
Omdat zowel de moraal, als de wereld waarin we leven veranderlijk zijn, zullen we altijd gesprekken moeten blijven voeren over onze morele opvattingen. Ieder mens, iedere generatie, ieder volk, of groep van gelijkgestemden moet zijn moraal telkens weer opnieuw ontdekken, heruitvinden en herijken.
Ieder mens heeft een morele intuïtie.
Er zijn altijd lastige ethische kwesties te bedenken waarover een goed gesprek nodig is. We leven niet in een perfecte wereld. Ieder mens voelt aan als er iets niet in de haak is, bijvoorbeeld als er sprake is van een onrechtvaardige situatie. Ieder mens heeft een morele intuïtie. Die intuïtie wordt weleens vergeleken met een kompas. Zoals een kompas wijst naar het noorden, wijst ons morele kompas naar het goede. Alleen, het goede is geen eenduidig natuurfenomeen. Er is altijd ruis. Er is onzekerheid. Er zijn meerdere interpretaties en zienswijzen en er vaak geen eenduidig antwoord. Dat kan verwarrend zijn. Ons brein is geen machine, ons morele bewustzijn is geen computerprogramma. Onze morele intuïtie is feilbaar.
Morele conflicten zijn onvermijdelijk.
Morele conflicten ontstaan daar waar onze moraal botst met die van een ander. In een pluriforme samenleving zijn conflicten over wat goed handelen is onvermijdelijk. Op openbare plekken waar mensen met verschillende morele overtuigingen en verschillende onderliggende mens- en wereldbeelden elkaar treffen, is de kans op conflict groter dan in de eigen kring. Jammer genoeg hebben sommigen de neiging om eigen ideeën over wat goed is te verwarren met absolute waarheden. Ze worden boos of zijn verontwaardigd als een ander het anders ziet. Ik zie het vaak gebeuren op sociale media. Ik schrik van de ferme taal, de grove beschuldigingen en verkettering op bijvoorbeeld YouTube, Twitter en LinkedIn. Woke, of juist geheel niet. Ik zie zoveel boosheid.
Tegen al die boze mensen zou ik willen zeggen, trek niet meteen de conclusie dat die ander slecht is. Stel eerst de ‘waarom?’ vraag. Wat zijn haar of zijn beweegredenen? Verdiep je eerst in de moraal, of de beweegredenen van een ander, alvorens hem of haar te veroordelen. Er is niet een ware of goede moraal. Er zijn er meer. Zo is er vaak niet een simpele oplossing voor een complex probleem. Complexe (ethische) vraagstukken vragen om creatieve oplossingen en een degelijk waardenonderzoek, denkwerk. Enige bescheidenheid ten opzichte van de eigen morele overtuigingen is dus op zijn plaats. Ook al zijn we nog zo verbaasd over de morele standpunten van een ander. Dat maakt die ander nog niet tot een slecht mens of een amorele psychopaat. Ons verdiepen in de moraal van een ander levert ons meer op dan het veroordelen van de die ander.
Daarom: hoedt u voor moraalridders!
Aan moraalridders hebben we daarom niet zo veel. De moraalridder M/V vindt zichzelf goed omdat hij die ander slecht vindt. Moraalridders stellen geen vragen en denken niet verder na over de oorzaken van het meningsverschil. Ze onderzoeken niet. Ze simplificeren. Ze denken in zwart-wit beelden. Hun uitspraken zijn niet zelden de dooddoeners in het debat.
En dat is precies niet wat we nodig hebben in onze complexe samenleving. Gezien de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, is het juist van essentieel belang dat we met elkaar in gesprek blijven. Vooral over zaken die we niet begrijpen. Zo moeten we ook altijd in gesprek blijven over de ‘onbegrijpelijke’ daden van onze voorouders, onze ‘beladen geschiedenis’. Dat betekent niet dat we alle boeken en films te lijf moeten gaan met zwarte stiften en scharen en woorden moeten schrappen uit ons collectief geheugen. We moeten juist alle bronnen en interpretaties blijven bekijken en bevragen. Nu, morgen, altijd.